zig vereenigd heeft, een tak afgeeft, die zig in de onderfleutelbeen-fpier ver- fpreidt. De Hersfenen worden in de long-ont- fteking fomtyds ook aangedaanwan neer men agt geeft, dat het dolende en tusfchenribbige paar, welke de longe- vlegt formeert, met het vyfde paar ge- meenfchap hebben, en dat dit vyfde paar eenige takjes afgeeft aan het harde hersfenvlies, zo behoeft men hierover zig geerzins te verwonderen (u). XXXIX. In de ontfleking van het middenrif ziet men dikwiis dehondslach (rifus Sardonius) ontdaanwelke veroor zaakt wordt door de vereeniging van het harde gedeelte der gehoorzenuw met het tweede en derde paar der halsze nuwen, waarvan gedeel elyk de midden- riftszenuw geformeerd wordt XXIV, als mede door de vereeniging van 't vyf de paar en wel door middel van deszelfs tweeden tak met de tusfchenribbige ze nuw, welke een takje afgeeft aan de middenriftszenu^ XXIV., waardoor MEDELYDENHEID DER DEELEN. 235 in Cu) Dit kan ook afgeleid worden van den beletten omloop des bloedsdewyl inde long-ontfteking 't bloed zo wel niet door de vaten van de longen kunnende vloeien, 'er als dan meerder bloed in de vaten van de hersfenen wordt opgehouden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 309