c xxx j dat Bileam zvne voorzeggingen te gen ïfrael inrichtte. Noch in 't voorbygaan meldinge makende van zyne nadere pogingen ter ver- beteringe der noch woesteonbe bouwde en onbeplante landen in de gewesten van ons Vaderland merkte de Heer van iperen aan dat misfchien de vroonen van Walcheren en de duinen van Schou wen noch iets konnen winnen, by het gebruik zyner proefondervin- delyke waarnemingen over den Landbouwfchoon andere Provin ciën 'er meer nut uit konnen trek ken, Doch de droevige toefland van onze Zeeuwfche weiden kon ligtelyk verbeterd worden. Wat doen 'er die hoogten en laagten, die meenigvuldige doornhagen en braambosfen? Waarom maakt men die niet effen Waarom ftrooit men 'er geen asch open waarom ompoot men dezelve niet met el fen,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 32