HEELKUNDIGE WAARNEMINGEN. 271 en fpannenhet oor, waar door wij dan ook de woorden kunnen verftaan. Waarom is 'er nu een fterker aandoe ning van de gehoorzenuw noodig om de toonen te kunnen onderfcheidendan om alleen eenig geluid te hooren De (duizeligheidzwaarte in 't hoofd en als dronkenfchaptoonen duidelijk, dat by dezen Lyder al te groote hoeveel heid van bloed naar de binnenfte vaten van de hersfens geklommen was waar door de gehoorzenuwen, inzonderheid aan haar begin gedrukt, en, door die drukkingals verdooft worden. Waarom wordt een doove de trillen de beweging der lucht, door het fpree- ken nos turbet, et quafi auditum intendimus, et tum demum melius verba diftinguimus. Cur itaque foni modificatio majorem requirit ac tionem in nervumut ea percipiaturfonus ipfe vero leniorem? Indicat fine dubio vertigo, capitis gravitas, ac temulentia in hoe tegro fanguinem nimia copia ad eucephali interiora vafa delatum, ex eaque con- gestione determinatam ortam esfe coropresfionem nervorum acusticorum, et quidem circa eorum originem, qua compresfione actio eorum hebe- tatur. Quare furdus motum aëris tremulum per Ioque- lam

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 345