plant apocynum, 283 vereischt wordtom in het openbaar te verfchynenen derhalve mag men dit Ontwerp, veel eer als een gevalligen famenloop van zaakenals wel een op- zettelyk voorwerp myner ftudie, be- fchouwen. Want, wanneer my in 't jaar 1772. door den Boekverkooperde D'ionea Muscipulavan den Heere ellis in kleuren uitgegevenwerd toegezon den, verwekte die Plant in my, meer dan ooit te vooreneene geneigdheid tot het onderzoek der byzonderheden, welken, zo wel in deeze als in ander© gevoeliger Planten, plaatshebben. Zy was hetwelke my gelegenheid gaf, om met den Wel Eerwaarden Heer buurt daar over in gefprek te komen die my verhaalde, in den Hortus, Medicus van deeze ftad, met veel verwondering gezien te hebben, dat eene Plant, Apo- cynum genaamd, in haare Bloemen een meenigte Vliegjes deed omkomen: in tegenftelling der voorgemelde, welke dat werk door haare bladeren verrigt, en geensins in het ombrengen der Vlie gen alleen bepaald is; maar de wyze hoe zulks gefchieddewas zyn Wel Eerwaarden onbekend. Doch de Bloei- tyd derzelver toen verloopen zynde ont-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 357