'284 e« p- swagerman over de ontbrak ook de gelegenheid, om de oorzaak van dat byzonder verfchynfel in de Natuur waar te neemen. Maar op den 2. July des voorleede- nen Jaars 1773. werd my door zyn Wel Eerwaarden een takje met verfcheiden bloempjes toegezondenin vier van welke zig vliegjes bevonden; met het voordel, om dezelven met het Mikro- skoop te willen onderzoekendoch wyl zy reeds te veel waren uitgedroogd gingen wy beidennog dien namiddag naar ,den Hortus Medicusom gemelde Plantdie toen in haaren vollen bloey flond, nader te befchouwen. In het bezigtigen van dezelvevonden wy in verfcheidene bloempjes nog leevende vliegjes, welken, fchoon vrugteloos alle poogingen aanwendden, om zich daar uit los te maaken. Bit gaf ons aanleidingden Heere storm Rortala rms te vraagen, naar de meest waar- fchynlyke oorzaak des doods van deeze diertjes: zyn gevoelen, dien aangaande was, dat de vergiftige eigenfchapwel ke deeze Plant bezitin het dooden der hondenwanneer die een gedeelte van dezelve met eenig voedfel inzwelgen ook misfchien deeze Infekten in eeii (laat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 358