288 E. P. SWAGERMAN OVER DE hier bygevoegde 2. Figuur gemakkely- ker is na te fpooren. Dus verre dan alles uiterlyk be- fchouwd hebbende, het gene my, in myne onderzoekingevoornaamlyk te pasfe kwamging ik over tot ae weg- neeming der flofknopjesten einde het Vrouwelyke deel te ontdekken. Hier toe gebruikte ik om de tederheid der Deelen, eene zeer fyne Naald. Deeze bewerking viel my vry moeilyk, want, wanneer ik met de punt van de Naaide ééne der flofknopjestusfchen de we- derzyds gelegene, meende uit te ligten, werd ik, door de ongemeene vaste in elkander voeginggenoodzaaktde punt van boven tot benedenlangs de ge- heele uitgellrektheid van den groef, daar fnydende door te voeren; en door die behandeling gelukte het my dezelven los te maaken. By de wegneeming der flofknopjes ontdekte ik wydersdat behalven die vaste ineenvoeging der Helmpjes, en digte fluiting derzelver te- gens bet ftampertje, nog eene llerke fa- menkleeving plaats hadt, welke veroor zaakt werd, door eene rneenigte witte lange haairachtige draaden, waar mede de llyltjes, die omtrent het midden bin nen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 362