29° E. P. SWA GERMAN OVER DE vrugtbeginfel verre overtreften door deszelfs vry evenredige dikte byna geen kennelyke onderfcheiding voor het ftyltje overlaat. Daarenboven, wordt nog door 't uiterfte der Lyn G. aange- weezen de groef, welke het vrouwely- ke deel in twee byzondere deelen onder- fcheidtom welke fcheidingdit deel dubbel vrouwelyk geheeten is. Indien wy nu verder 't oog vestigen op de ftofknopjes, en de plaatfmg van derzelver met witte haairachtige be groeide ftyltjes, dan zal men zien, dat het midden deel van het vrouwelyke lighaamdoor de haairachtige vezelen en wel voornaamlyk het gedeelte dat anders de ftyl uitmaaktgeheel en al als bedolven is. Deeze omkleeding maakt ook uitdie ineenkleeving waar van ik te vooren, in de befchryving der Sta mina gefprooken hebdezelve fchynt my toeal mede gelegenheid te konnen geeven, dat de zuiger der vliegen daar in als verwart. Onmiddelyk onder deeze zo geringe ftyl, volgt het in twee dee len onderfcheiden vrugtbeginfelvan welk ik als niet zo zeer behoorende tot het onderwerp deezer Waarnee- ming, geen verdere uitweiding doen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 364