PLANT APOCYNUM. 293 dat de reuk en de fmaak daar van op het werktuigelyk geftel van den reuk en fmaak van deeze diertjes genoegzaam werkzaam zyom hen ten lokaas te ver- ftrekkenwant zonder dat, zou dit ver- fchynfel niet gebeurenook is de hoe veelheid daar van voor dezelven groot genoeg, want ik heb enkele reizen na de wegneeming der Antheraehet Pis- tillum daar mede bedekt gevonden. De reuk en fmaak, welke ik, fchoon twee byzondere hoedanigheden zynde, van de zyde der bloemflegs als eene enkele zaak befchouwd heb," dewyl ik de Nettaria als de affchei- plaatfen voor den fmaak heb in de plaats ge held dus beiden als maar één oorzaak bygebragt hebbendegaa ik thans over om de tweede oorzaak deezer zonderlinge eigenfchap in overweeginge te neemen naamlyk die der Anther ae. By de Ont leedkundige befchouwing derzelver, heb ik getoonddat de vaste ineenvoeging van dezelven, my veel werks gegeeven hadt, om haar zonder verbreeking van eikanderen los te maaken. Hoe veel te meer dan, moet zulks moeilyk zyn, voor het teder geftel des zuigers van dee ze vliegen: en echter, deeze doorboo- T 3 ring

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 367