294 E. P. SWAGERMAN OVER DE
ring is voor haar onvermydelykdewyl
'er geen andere weg is, om aan 't oog
merk haarer keuze te voldoen. Dit zal
te duidelyker blykenindien men de te
derheid van dien zuiger, deszelfs rig-
ting, en de plaatfing der N'eClaria, zo
als dezelve in Fig. 2. en 3. voorkomen
in overweeging neemt.
De laatfte of derde oorzaak van dit
fchouwfpelzyn de Neflaria en derzel-
ver plaatfing. Zy zyn hetwelken dien
zoo verlokkenden Nekt ar uitwerpenen
daar door, dat foort van gekorvene diert
jes, op zulk eene verleidende wyze doen
omkomen. Want haare plaatfing is der
mate verborgendat men, nog met het
bloote nog met het gewaapend oog
iets daar van gewaar kan wordendan
na het wegneemen des bloemblads: zyn-
de hetzelve, zo als ik reeds gezegd heb,
in den gantfchen omtrek tegens de An*
therae zeer vast aangeflotengelyk in de
reeds gemelde 2de Figuur is aangetoond.
Zie daar de drie voornaamfte oorzaa-
kenwelke ik in de Bloem ontdekt
hebgelegenheid te geeven tot deze ge
beurtenis. Het zou niet moeilyk zyn
meer andereals daar toe gelegenheid
geevendeby te brengendoch wyl ik