uit de proeven welke ons dien aan gaande, in de uitgezochte verhandelin gen, inzonderheid omtrent den Kamfer, zyn medegedeeld (o). En 't is eene be kende zaakdat de reuk der Kamillen voor de byen zoo ondraaglyk isdat zy, die den Honig willen verzaamelen, hunne handen daar mede wasfchen. Thans moeten wy als eene tweede ooi* zaak, tot het omkomen deezer Infek- teninsgelyks hunnen fmaak in overwee ging neemen. Want door het voldoen van deeze hunne begeerte't zy die ge- booren wordt uit eene enkele keuzeof uit eene volftrekte noodzaakelykheid ter voeding, wikkelen zy zig dermaten in het gevaardat zedoor aan dezel ve volkomen te willen voldoenhet on- vermydelyk met den dood bekoopen moeten. Even dezelve redenen, welke door de gemelde fchryveren ter be- tooginge van het beftaan van den reuk zyn bygebragt, konnen met betrekking tot derzelver fmaakvan gelyken op de bovengemelde plaatfen worden nage zien: ook is de naauwe verwantfchap, die beide deeze zintuigen onderling met eikanderen hebbenzoo groot, en, by de 298 P. SWAGERMAN OVER DE 1 (0) 8. Deel bl. 15—23.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 372