30O E. P. SWAGERMAM OVER DE kokers kan uitfteekenzo als ik na den dood gezien heben hier door is het in ftaatomna het maaken eener ope ning, door den gemelden koker, het zoe te fap op te zuigen, welke bewerking ik, in foortgelyke vliegen, gezien heb: want 'zo ras zy eenig honig-vogt of an dere gefmolten zoetigheid gevonden hebbenplaatfen zy zig met haaren zuigerwelken zy vermoogend zyn aan deszelfs einde te verbreeden op het vogten zuigen het dus naar zig. De gedaante van deezen zuigeren, zyne famenfteilmg heb ik overeenkomstig bevonden, met de afbeeldingen welke ons door den Heere reaumur daar van zyn medegedeeld (q). Maar zo be kwaam nu dit werktuig is voor deeze gekorvene, zo min vermoogende is eg- ter hetzelve, om weerftand te bieden aan de famendrukking, die hetzelve in het vervolg, na de inbrenging, van de udntherae moet ondergaanby gebrek van genoegzaame hardheid. Hier uit volgt dan tevens dar. wanneer die zachte zuiger in dervoegen wordt ge kneld dezelve ook noodwendigdoor den (q") Memoires pour fervir d VHistoirc des Infectes T. 9. Tab. 8. Fig, ió, 17.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 374