PLANT APOCYNUM. 301 den beletten terugvoer der vogtenaan zyn uiteinde moet zwellenen dus ten laatftenbuiten ftaat geraaken om door het diertje wederom terug getrok ken te konnen worden. Indien wy hier nu by in overweeging neemen, de haair- achtige gefteldheid der Staminaen dat zodanige zuigers zeldzaam zo glad zyn, zonder eenige oneffenheden te hebben, dan begrypt men ligtelykdat myn ge zegde toen ik eene befchryving deed in het byzonder van de Stamina, niet ten eenemaal ongegrond is, in namelyk te ftellendat behalven de vaste ineen- fluiting der Antheraeook de verwar ring in deeze haairachtige vezelenals oorzaak van haar bederf kan worden aangemerkt. Mogelyk zal men vraagenzyn 'er dan onder de andere infekten 't zy vlie gende 't zy loopende enz. geenewelke dit zelfde noodlot konnen ondergaan? De byenwespenen alle die foorten van vliegen, welken ofgetongd zyn, of wier kokerdie hen tot een zuiger ver- ftrekteene hoornachtige hardheid heeftvallen buiten de mogelykheid. om daarin om te komen: wyl de laat ften te vermoogend zyn om aan de fa- mens

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 375