%o6 J£. E. De punt of famenkomst der Anther a uitmakende dat prietnswyze lighaam, waar van ik te vooren gefproken heb. I?. Het gedeelte dat in deeze Bloem Pi- ftillum geheeten wordtmaar dat zeer klein is. G. Het Stigma, nevens de daar in voor komende Groef om welke deeze Plant, door linneus onder de Pen- tandria Digynia geplaatst is. C*) Verfcheiden Bloempjes had ik reeds Ont leed eer dat ik deeze Groef gewaar werdwelke mislukking my deed beduiten, dat deeze Plant, Sliet onder de Pentandria Digynia, maar onder de Pentandria Monogynia behoorde geplaatst te zyn maar herhaalde Ontleedingen my mynen misdag hebbende doen ontdekkenvind ik my verpligt ieder daar voor te waarfchouwenzynde deeze misdag voortgekomennaardien ikom de te derheid der Bloem, telkens maar twee Amber# had weggenomenen by toevaltelkens aan de tegen- geiielde zyde. BE*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 380