voorgekomen worden, zonder de ze Provincie in gevaar van ge brek aan gereede penningen te brengen, maar dezelve in tegen deel in ftaat te houden om de benoodigde nieuwe geldfpeqien te konnen doen muntenen eindelyk het nafporen van middelen om de muntfpeqien door ons geheel Gemeenebest op een' gelyken voet van gehalte en waarde te brengen, met dit gevolg dat op alle de muntenop den duur zoo gou den als zilveren fpeqien tot de be paalde of noch te bepalen gehalte en waarde zouden konnen aange- munt worden. Het Programmawaar in, aan het algemeen, bericht van de be kroonde en op nieuw voorgemel de vragen gegeven werdt was als volgt: 4 Het XXXIX

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 41