DORESTADUM DER BATAVIEREN. 347 Dat hy nochtans van ons Doreftadus fpreekt, kan men uit de woorden, zy ft eken Doreftad wederom in brand opmakenhoewel hermannus con tractus van 't Batavisch eiland niet meldt. Hy bedoelt derhalven dat Do reftadus, 't welk hy te voren gezegd had, door de Noormannen in 't jaar 835 en 837 verwoest te zyn. En dat die ramp tot ons Batavodurum behoord hebbe, hebben wy boven gezien. De Grootachtbaare man meent, dat deze laatfte plaats hier zoo ongerymd gelezen wordedat hy vraagtof 'er niet mis- fchien èen derde Doreftatus tusfchen Keulen en Nuis geweest zy? Even of zy niet, langs den Rhyn naar Keulen trekkendete Doreftadus en vervolgens te no« tractum, quamvis Batavorum infulae non me- minerit, de noftro tamen Doreftado loquicolligi potest ex illis verbis: itekum Dorejiatum ineen- duntSignificat ergo earn Doreftadum, quam an- tea, anno dcccxxxv, et dcccxxxvii a Normannis vaftatam dixerat; cladem vero iftam ad noftrum Batavodurum pertinuisfe, fupra vidimus. Pos- teriorem locum tam abfurde legi opinatur V. A., ut quaerat, num forte tertia quaedam Doreftatus Coloniam inter et Novefium fuerit fita? Quafi ve- Ï9 per Rhenutn Coloniam tendentesDoroftadum

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 423