358 j, de rboer ovee den Rhyn te fcbeep op. En huydecoper zegt dat hy de eeniglle zyby wien dit gelezen wordtmaar met wat recht zal terftond gezegd worden. By regino wordt dus verhaald De Noormannen die te Chinheim en Denemarken aangeko men waren komen met Godfrieds toe- Jiemming, den Rhyn te [cheep op, en de jiad Diusburch bemachtichd hebbendebou wen zy naar gewoonte een Jlerkte op die plaats en overwinteren daartegen over welke de Veldoverfte Henric zich gele gerd, en hun het rooven niet toegelaten heeftEn zy begeven zich in V voorjaar, de legerplaatfen verbrand hebbendenaar de zeekusten. Ik heb de plaats hier ge heel ter neer gefteldop dat ik ze eenig licht byzette. De 'Pil/:. .piR 'X* "XT 'Xyvfrrrgi- ad annum dccclxxxiv. atque hunc unum esfe, apud quem ea leguntur, fcribit huidecoperus. Id vero perperam ut dicetur itatim. Ita editur apud reginonem: Nor.i7r.anni qui in Chinheim et Denemar- tam venerantadfentiente Godefrido Rhenum navigio ad- fcendunt et diusburch oppido occupato munitionem ineo- dem loco more folito conftrutintet in ea tot a hieme refdent. Contra cpuos Henricus dux castrd pofuit et nullatenus prae- das agere permifit. Redeunte vernali tempore castris exus- tis ad maritima loca fs redpiuntLocum integrum ad- jfbrigfi 5 ut luce aliqua circumfundam. Facem

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 434