DORESTADUM DER BATAVIEREN. 389
had kunnen (land houdenheeft de voor-
noemde Keizer hem een vrydom over de
Elve gegevenop dat hy zich daarwan
neer 't de zaak vereischtekonde onthou
den. 'T zelve zegt gualdo (z), een
Corbeier Monnik, alwaar hy, na van
Keulen gefproken te hebben, dus voort
gaat:
zoo moet de zinfnyding op deze plaats
gefield worden, anders als by lambe-
cius gefchiedt. toont dit niet genoeg, dat
deze reize te land niet gefchied zy,
B b 3 (want
5, Van hier langs DoreftadderFriefen naaste
land
5, Voorbygaande, ank'ren zy de vloot aan 't
Deenfche ftrand."
(z) In vit a S. Anfcharii.
rex conpftere non poteratdedii ei memoratus Augustus
ultra Albiam beneficium ut fi quando ei necesfarium esfiet
Ui (ub[fiere posfet. Idem dicit gualdo Monachus
Corbeienfis, in vita Anfcharii, ubi, postquam de
Colonia dixerat, ita pergit:
B.inc per Dorfladum Frejouum praetereuntes
Proxima, danorum sistunt in litore naves.
Sic locus debet interpungi, fecus quam fit apud
tAMBEciuM. Haeccine facis indicantiter hoc non
fu-