dienst eene vaste woonplaats voornaa-
menlyk by de Hamburgers, en de Do-
reftaders verkregen hadaewaarom der-
halven hebben die Sleswykers, voor
al koopliedenniet in een van beide ge
doopt konnen zyn? Kon het zoo niet
gebeurd zyn, dat ook de Dorftader
kooplieden die plaats vryelyk bezocht
hadden? Of waren ook op dien tyd
zulke kooplieden te Dorftad aan de Él-
ve? van waar, bidde ik, is ons dit ze«i
ker?
Een weinig verder (c), wanneer 'er
by de Zweeden geraadpleegd wierdt over
het toelaten van den Christengods-I
dienst, zegt een zeker oud man, fom-
tyds namen eenigen uit de onzen, naar.
Dor-
DORESTADUM DER BATAVIEREN. 395
(c) Cap. 24.
ce non adeo erant colluftrataecum contra religiö
noftra certain fedem apud Hamburgenfes in primis
et Doreltadienfes fuisfet nactaquare itaque in al-
terutra urbe baptizati esfe non poterant Slesvi-
cenles, illi negotiatores maxime? Siccine fieri po-
terat, ut negotiatores etiam Dorftadienfes vicum
ilium libere expeterent? Et an ergo eo etiam tem
pore negotiatores illi Dorftadi apud Albim? unde,
quaefo id nobis conftat Haud longe post, ib'4°
ffi.24. cum apud Sueonas de admittenda religione
Clmltiaiiadeliberareturdicit fenior aüquis«liiuaif