dorestadüm der batavieren. 409
be200 dat hy die rampen heeft kunnen
veroorzaken moet het waarlyk ver-
wonderlyk fchynendat 'er van die zaak
tegenwoordig in deze eeuw geene zekere
bewyzen zyn. Maar door welken mond
de Rhyn ook geloopen hebbe, en wan
neer hy verhopt moge zynhet is my
genoeg hier voldongen te hebben, dat
Het niet noodig zy dit met huydecoper
en anderen tot het jaar 839 te brengen.
Derhalven moet men geen bewys ont
kenen uit de zeetochten der Noorman
nen door den Rhyn tegen Dorehadum.
Maar heldat die mond des Rhyns ver
zand geweest zy, het zou echter den
Grootachtbaaren Man niets baten. Want
Het is vast genoegen van den uitmun-
G c 5 ten-
st3
hue infra Trajectum pleno alveo iverit, fic ut eas
calamitaces efficere potuerit, mirum profecco vidt-
ridebet, rei iftius, hoe jamfeculo, certa non dari
documenta. Sed quocunque etiam oitio Rhenus
exiverit, quocunque etiam tempore hoc penitus
obturatum fuerit, utique ad annum dcccxxxix cum
hüidecopero, aliisque referre necesfe non est,
adeoque e navigationibus Normannorum per Rhe-
num,argumentum contra Doreftadum Batavorumdu-
oi non debet. Sed fac, obftructum fuisfeiftud ofti.
nrcinihil etiam hoe proderit viro Amplisfimo. Sa
tis eniiü couftat, atque ab iliuscri Marchione de
