VAN HET HEY-TUIG. 429 een yzercfpilbewogen, die mede door de fchooren, gelyk 'er by D, D, een ver toond len zyn, om in denzelfden tyd den arm des Qua drants gelyke 600 maal 7 voeten naar beneden tc trekken; doch wanneer de blok alhier telken reize maar 4 voeten en 1 duim zal worden geligtdie dus, door zynen minderen val, ook naar evenre digheid zoo veel minder kracht op de paal zal oeHe nen, en welke paal dan ook zoo veel meerder (lagen zal vereifchen om tot de bepaalde diepte te wor den ingedrongen. Bepalen wy met desaguiller, belidor, en meer andere beroemde fchryvers, dat de krach ten of het vermogen van vallende lighaamen, op het einde van hunnen val, zyn in reden als de vierkante wortels van de hoogte van hunnen valof afgeloopen wegdan zal alhier, de kracht van den blok van hetgemeene Hey-tuig, zyn tot de kracht des bloks van dit verbeterde Hey-tuig, als de vierkante wortel van 7 voeten of 48 duimenis tot den vierkanten wortel van 4,1 voet ofqpduimen, dat is na genoeg als91 tot 70. En dewyl gelteld is, dat de paal moet hebben <5oo flagen van 7 voet val of 91 krachten, zoo zal het getal der (lagen van 4t| voet val gelyk zyn aanóoo gemuit, met 91ge- divid.dooryokomt 780 (lagen welke met dit ver beterde Hey-tuig zouden moeten worden gedaan waartoe dus omtrent een derde meerder tydals met het gemeene Hey-tuig bedeed zal moeten worden. Befchouwende nu verder het Hey-tuig Plaat II, alwaar de lengte van den arm, is gelyk de lengte van den radius van het quadrant, zoo volgt dat om den blok 7 voet opteligten, deze arm 14 voeten moet worden naar beneden gewonden. Hethoofdduk N zynde van 3 voeten diameter, zoo zal deszelfs om trek zyn 9! voetdus hetzelve i§ maal moet rond gaan, om de trekreep gemelde 14 voeten op te win den,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 505