435 D. MEESE VERBETERING
gewezen is, noch gezegd worden; dat
veeltyds dat gedeelte van ieder, als by
X, dus doorfchieten op de, koppen van
de op de hoogte ingeflagene palen rust
zo dat dan de naast aan de palen ver
beelde Jchragen 'er niet noodig zyn, en
dat de uitftekende deelen van de weder-
zydfche leggers CCby Wdienen
voor de flandplaats van den Hey-baas,
om de paal onder het inheyen te be-
ftuuren.
Aangaande deze ziet een ieder ge-
makkelyk, dat zy in veeie opzichten o-
vereenkomenmet die welke op Plaat I,
vertoond zynuitgenomen dat de hef
boom Q.Q. der eer(Ieiets bochtig en
krom, en deze, door A, A, aangewe
zen geheel recht en langer isen dat
dezelve door de fpaak Odes eerjlende
hefboom in deze onderfleund, en als
verdubbeld, en van a, tot b, gelyk de
vorige gefpoudenen aan de fpaken I,
en K, insgelyks vast gemaakt is: zyn-
de deze verlengde fpaak O, als de hef
boom A, A, van langzamerhand rond
en dun uitloopende, tot deszelfs punten
Befchryving van de Afteekenin-
gen op Plaat II.