VAN HET HEV-TUIG. 449 Wat aangaat de zwaarigheden der groot ere vlugten minder rechtlynige bewe gingdeze worden vooreerst gedeeltelyk weggenomenwanneer men altyd op de Jlelling blyft trekken, door het avance ren dat van tyd tot tyd van voren naar achteren over ae (telling gefchiedt; en ten tweeden, door een weinig meer bot of Jchotals naar gewoonteonder het val len des bloksaan de trek- of looplynen tegeven, wanneer men niet meer naar ach- teren voortgaan kanmaar (tand moet houden. Zoo dit in acht genomen en wel uitgevoerd wordt, daar in de daad geen de minfte kunstmaar een weinig oefening toe benoodigd is, zal men be vinden, dat het gantfche verfchil van vertragen in 't algemeenniet meer be draagt dan één paal op de roede of daar omtrent. Betreffende de vermeerdering der fnel- kid en kracht van die Machinewelke op Plaat il voorkomt, is zeer licht tebe- pypendat dezelve noch meer van onze gewoone verfchiltdan deze gewoone vederom van diewelke op Plaat I af- jebeeld isals kunnende met dit Hey- mg twee flagen tegen één met het oude 'f alom in gebruik zynde gedaan wor- a deel. F f den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 525