4Ö2 F. T. REITZ OVER EENE dagen en meer eer hy weder veilig kon eten of drinkendan eens zakten de vas te fpyzen tot in de maag, zonder weder op te wellen, doch al het vocht kwam met een menigte flym verzeld, onmid- melyk na het gebruik van een mondvol of twee weder te rugdan weer gingen de vochten nederwaardsen de vaste fpyzen kwamen terugen wel altyd tot zynen dood toe zonder braking of hoest, maar alleen by wyze van opwel ling of herkauwing. De lyder begon langzaamerhand meer en meer te verzwakken, werdt weder waterzuchtigen zyne doorzwelging werdt zoo moeilyk, dat hy zelfs nauw- lyks geneesmiddelen konde gebruiken, in wat gedaante dezelve ook wierden toegediend. Deze byzonderheden kwamen 'er by: byna drie weken voor des lyders dooa, fcheen het ongemak te verminderen, want hy kon by wylen alles wat hy wil de eten en drinken en ook behouden, doch na drie of vier uuren, kwam het weder onverteerd, en met flym verzeld terug, zonder eenige blykdat'er iets van was in de maag gekomen. Ruim acht dagen voor zynen dood begon hy 7,00

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 542