464 F T. REITZ OVER EENE ENZ, wacht had een zoogenaamde Hernia Oe- fophagi te zullen vinden)in de Pharynx was niets aanmerkelyks, en uitwendig de Glandulae Thyroidaeae gaaf en ge zond; doch beneden het Diaphragma was de Oefophagus in zyn inhoud veel vernaauwdin zyn omtrek zeer uitge zet en in zelfftandigheid calleusde maag was zeer klein en als in twee ver deeld, en met het Pancreas geheel Jcir- rheusde lever begon ook daar dezelve die deelen aanraakte, fcirrheus te wor den voorts vond ik eene verzamel ing van water tusfchen het Peritonaeum en de buikfpierendoch de tyd en gelegen heid geene verdere nafpeuring in het lyk toelatende., moest ik my hiermede ver genoegen ook uit het onderzochte ge noegzaam durvende befluitendatgelyk het my te voren had toegefchenendit geval ongeneeslyk was offchoon ik wel wil bekennenzodanigen toeftand niet voorzien te hebben, dewyl geene dergewoone teekenen in het geval tegen woordig warendie my daar toe zeker heid, veel min eenige aanleiding konden geven, hoe zeer ik ook alle my mo- gelyke aandacht hebbe aangewend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 544