LH
de toegenegenheid der Heeren
Winckelman Haringmanvan der
MeulenvanDamme, TjeenkGar-
gon, Louysfen van der Woordt
van Esch van Duuren en van
Haren die aan het Genootfchap
heeft toegezonden eene verzame-
linge van zeker foort fteenen
meest te vinden in de Friefche
Grietenyen van oost en west Stel
lingwerf en op de Overysfelfche
hooge landen rondom de ft ad
Steenwyk, in gedaante niet onge-
lyk aan ïpits toeloopende rok-knoo-
pen, en door het gemeen aldaar
gehouden voor donder- fteenen
wier eerfte vorming en verdere
aangroei de oplettendheid der na
tuuronderzoekeren niet onwaardig
zynen uit deze verzamelinge zou
den konnen opgehelderd worden.
Men heeft getracht, ook in dit
vyfde deel, eene mengelinge van
ftuk-