'472 JUSTUS TJEENK OVER DE
verdoken hebbe; (dan alles konde in
den korten omtrek des Pfalms niet be
grepen worden) nochtans blykt dit uit
alle de omftandigheeden vry duidelyk,
pn het zal hemdie het aardrykskun-
dige van dezen Pfalm overwogen heeft
vry aanneemelyk voorkomen. Want,
yonden de hertendie beter de bronnen
pn beeken weten optefpeuren dan de
jnenfchen, geen water; veel meer zal
dan Ifra'èls Koning in verlegenheid ge
weest zynpm deze zoo noodwendige
verkwikking te erlangen, en daardoor
Zynen dorst, welke een trek naar vocht
en koude is (e), te ftiiien en te verkoe
len.
Hy konde zich ook niet altyd veilig ne-
derlatenaan die oorden, waar fonteinen
of bornputten warenomdat in heette
landen daaromtrent fteden en vlekken enz.
zyn aangelegd, of daar by zich doorgaans
menfchen en omtrekkende herders op
houden. Ook kende hy te wel den aart
der Oosterlingen die zeer genegen zyn
pm de opgaande zon aantebidden, dan
dat hy zich zonder pmzigtigheid aan
hen
(q) A R lSTpT„ De Aoirn$ Lib, II. C«/>» UI. D TIöVS
ih üai èty* 'e-xitoyh.' Kcti w&vts èigfiS Hui SWj!
•ÜUStyX} vyej tuti
f -