HEILIGE AARDRYKSKUNDE. 473
hen zoude openbaaren, of veel ftaats
op hunne vleijende woorden maken,
Dan zoo zoet zyn zy op geld en ge-
fchenken dat zy, in het tegenwoordig
tydsgewrichtligtelyk zouden kunnen
befluiten om den verftotenen Koning
met zyne manfchap, het zy door list,
het zy door geweldaan den werkely ken
troonbezitter overteleveren, om zich,
door zulk eene fnoode verraderyby
den zoondie zynen vader als vogel-
vry verklaard had, te veraangenaamen,
en daarvoor eene groote fomme, ter
belooninge van hunne trouwloosheid
(f), te ontvangen. Hierop zietzoo ik
het wel hebbede liejlyke in Ifraëls ge-
zangenin den CXX. PfalmO heer
red rnyne ziel van de valjche lippenvan
debedrieglyketonge! 0! wee mydat ik
een vreemdeling ben in Mefecbdat ik in
Kedars tente woone! enz. (g).
Schoon het niets ter ftaavinge van on
ze pndcrffcellinge bybrengt, of David
dan wel een ander, voor maker van
dezen Pfalm gehouden wordekomt
b?t ons echter met veele uitleggeren
Gg 5 aan-
(g) Dit zal ikby gelegenheidbewyzen.
(f) I. MACCH, XI. 17.