'48a JUSTUS TJEENK OVER DË
Hermannaderhand, zoo ik my niet be
driegePaneas en Ca fare a Philippi ge-
heeten, als mede Dan, lagen in eene
vlakteLibanons dal genaamd, Jof. XI,
17. XII. 7wélke vlakte dezelfde is met
het dal of land van Mitspaen, voor
een groot gedeeltemet het land der Jor-
daaneen derhalve wanneer wy het
plaatfelyke befchouwen Hechts ver-
fcheidene naamendie ons eene groots
vlaktein 't noorden van Kanadnbe-
fchryven. Naar den Libanon, die Ka
nadn aan het noorden bepaaldedroeg
zy den naam van Libanons dalnaar de
Jordaandie indat^mj of vlakkeland
ontftond, het land der Jordaanenaar
den Hermondie onder meer dan éénen
naam bekend was, en in deze vlakte bo
ven alles uitkeekMitspa want aan
geenen berg in die ganfche flreek paste
de naam van Mitspa beter, dan aan
den Hermon, die ysfelyke fteilteaan
welke josephus (s) eene onbepaalde
hoogte geeften deswegens in 't meer-
vouwd)
329, 331- &t.
seb. 'ev ta! tfs/tii rS Aifidva- La ville de Cefarée' Pi''"
lippe est ibaftse au pied du Mont Liban dans une p"':!
tres-fertile &c. Le Pieux Pelerin par le 1'. B. SUIUM
(s) De B. J. Lib. I. c. XXI. 3. £vêec WW 1 P
rig 'csss éts "uneisov vp'Ji uvaTéivercir