HEILIGE AARERYKSKUNDE. 517 diepe en watervolle afgrondsvalleijen die altyd van water volöp hebben; zoo wordt het menig werf genomen voor de laage, diepe,en holle dellingen tnsfchen de bergen, of in de vlakke aarde, door welken zich het regenwater en de af gronden, die in en tusfchen de bergen liggen, ontlasten en naar de zee voord- ftroomen. In zulke valleijendie voor het fon tein- en regenwater geduurende de koude tot bedden verftrekken wordt noch lang gras en water gevonden wanneer in de oppervlakte der aarde door de zon het groen reeds verflon- den was. De Arabiers weeten zich van die gelegenheden te bedienen; en kun nen, in die gewezene beekenfomtyds, door een weinig te graaven, een tame- lyk goed water vinden. Dan het is na- tuurlyk te begrypen, dat, hoe meer de hitte toeneeme, hoe dieper het water in de aarde moete zakken en datuit dien hoofde, in de diepfte plaatfen de meeste vochtigheid moete gevonden worden. Weshalve ik Lud, de Dieut en J. D. Mïchaelisniet kan toeilem- mendie jnr met behulp van het Et hi ppisch en Arabischdoor een opfteigeren Kk 3 of

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 597