tetrekken, (z) in hunne verwachtinge
werden te leurgefteldomdat de Struik-
roovers of Ar ablersdie zich in de
kuilen en gaten ophielden, het water
vat met een groot gedeelte van het
touw, hadden afgefneeden. David had
niet alleen tegen hitte en dorst te kam
pen, maar moest ook geduurig tegen
de befpringingen van rooveren en plun-
deraaren op zyne hoede zyn, Het was
voor hem een zwaar onheilniet alleen,
dat hy uit Jerufalemdien lust der gan-
fche aardeverjaagden van Gods
troostryk en volzalig aanfchyn voor
eenen tyd, verwyderd; maar vooral,
dat hy, naar een land uitgedreevenwas
waar hy ondervond het tegengeilelde
van al het heugelyke en geneugelyke, dat
hy binnen Jerujalem in eene volle maate
genooten had. (a) Hy was in een land
K k 4 dat
HEILIGE AARDRYKSKÜNDE. 519
(z) willermi, Tyrenfis Archief., Hifi. Lib. XVI. 10.
(a) Hoe bang hec voor ovidius vallen mogte,
hetoniterflyk^wpajdie Koningin van de volken der
aarde, mee al haar vermaak en goede her, te ver
lasten: werd nochtans zyne ballinglchap daardoor
verzwaard, en voor hem des te ondraagelyker,
dat het ongenoegen van augustus hem gedreeven
had naar een landwaar hy het tegengefielde van hitte
en droogte ondervond; en, dat hy te Tomosin 't
gmre Noorden, in eene gelladige vrcezc van Scythen
en Sarmaten, zynen leefevd moeit doorbrengen.
Vergel. pf. CXX. 5.