HËILïdE AARDRYKSKUNDE. 521
de, en zynen geest, die al begon te
ondervinden den moedbenemenden in
vloed van een heet en waterloos land, dus
bemoedigde Wat buigt gy u nederO
myne Ziel! en zyt onrustig in my hoop
op Godwant ik zal hem noch loven
voor de verlosjingen zyns aangezigts. O
myn God! myne Ziel buigt zich neder in
my: daarom gedenk ik aan u uit het
Land der Jordaaneen Hermonim uit
het Kleine Gebergteenz. P£ XLII. 6.
7. 12. XLIII. 5.
Nu zie ik te gemoete, daar wy het
Land der Jordaaneenz. als droog en
dorstig, befchreven hebbendat'er, uit
vs. 8. dezes PJalms, zwaarigheden te
gen onze helling zullen gemaakt worden.
Is het Land der Jordaanede Her-
mens en Mitshardes zomers over
het geheel genomenzoo heet en water
loos, en moet het tafereel dezes dicht-
ftuks zich zeiven gelyk zynhoe komt
het danzal de vraag wezendat de
Dichter in dat zelfde land gewaage van
ajgronden, wat er goot en, baar en?
Ik wil gaerne bekennenen het is na-
tuurlyk te denkendat de gelykenisfen,
waarvan zich de maaker bediend heeft,
allen van het Land der Jordaane ont-
Kk 5 leend