leend zyn; en kan ook niet toelaaten eenige aanfpeelingen op ftrydigeen zich 2elfs wederfpreekendevoorwerpen. Daarom kan ik my niet voegen by de uitleggers, die hier denken aan de af gronden of golven der Middellandfche Zeewelken immers nooit over Davids hoofd gegaan zynnoch aan waterho zen of wolkbreuken(c) die niec in het Land der Jordaanemaar op de kusten van Syrienvry gemeen zynrjoch aan de golven en baar en van'tmeir Cinneretb, of der Doode Zeedie beiden niet lagen in 't Land der Jordaane noch beand- woorden kunnenmet de beweeging van haar water, aan die verhevene uitdruk king, alle uwe baar en en golvenHet meir Cinnereth kan fomtyds wel zeer on« ftuimig zynmaar het heeft zyne golven niet uitgeworpen over Daviddie zich 522 JUSTUS TJEENK, OVER DE Of (c) DcEvgelfche Overzetting hccfc water-SPOUTS, Hoozen. Dr. suaw fchryft, Travelsp. 333.) dat de Hoozen by een betrokken lucht, als de winden ge weldig zyn, en in alle richtingen waaijen, meei gemeen zyn by de Kaapen LatikeaGreego,en Car- mei, dan in eenig ander deel van de Middellandfcb Zee. Edoch hy fchynt den wintertyd in 't oog t< hebben; alzoo het daar ter plaatfe des zomer meest helder weêr is. De Hoozen zyn op het land omdat de bergen in den weg liggenzeldzaam en zoo gemeen niet als op de zee. lucret. Lib. VI

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 602