Het afflroomend water breekt op rots
en klippen; en tuimelt over malkande
ren als zoo veele geweldige en zich zelfs
vernielende zeebaaren. Daar zyn bee-
kendie van den Libanon op de rotfen
fpatten; en met een geluid, als van ee-
nen (u) Jlorm en donder (v), naar den
afgrond nederllorten.
Degroote meenigte van fneeuwwater,
dat, door verborgene pypen en voater-
gangennaar de diepten in het gebergte
afrolde, tegen de kanten der klippen
brak en raasde, en in gebrokene baar en
en verwoede golven over David hene-
vielde afgronden by haaren val op
wekte, en luid deed tieren en roepenen
die holen en fpelonken, niet van aange
naamheid verdoken, totysfelyke Jchoon-
heden maakte; (dat ik(w) met den Rid
der d'arvieux fpreeke); mogt vryelyk,
wegens het fchroomelyk en vervaarend
ge-
534 JUSTUS TJEENK OVER DE
u} Memoires du Chevalier D'aIIVIEUX, Tom. 2. p.
418. Excerpt. Geogr. ex IBN OL WAR.Dl, p. 174.
(v Voyage du Sr. de STOCHOVE. p. 322. ll y court
un ruisfeau lequel comme il est enfermé dans ces monta-
gncs qu il tombe par plupeurs precipices faïcl autant
de bruict que Ie tonner re",
(w) Tom. 2. p. 418. Ee voyage de Syrië ér
Mont-Liban, par m. de la roque, Tom. I. p. 64.
ér la vuit on est pevetrépour ainfi dired'une dottci
5, terreur par le bruit de ces eaux qui tie tar is jent jamais