HEILIGE AARDRYKSKUNDE. 537 denen de grendels der aarde gingen om hem bene. David konde op eene zelf de wyze, en zoo als wy daarvan reeds de genoegzaame redenen gegeeven heb ben uit de holen van Hermon en Mits- bar uitroepenAlle uwe baar enen uwe golvenzyn over my henegegaande af grond roept tot den afgrondby het ge druis uwer watergooten! Van zulke dich- terlyke fchoonheden, die ongewoone en zeldzaame gebeurtenisfenwelken aan het vleefchelyk oog als onmogelyk toefcheenenin een' ftyl en bewoordinge voordraagt, die van allen duidelyk en naar de letter wordt begreepen en opge vat hebben de ongewydden geene voor beelden, dan alleen de zulken, welken zy, by wyze van verzieringe, en door eene fabelzuchtige verbeeldinghebben in 't licht gebragt. Die geestige byzon- derheden worden alleen aangetroffen in de fchriften van die menfchen, waarin Goddie alleen wonderen doetwonder- lyk geweest is, en welken hy tot wonde ren en wonderteekens gefield had. Maar ik worde gewaar, dat ik, die my by de Aardrykskunde fteeds had opgehouden, in de voorgaande bladzyde, ongemerkt, der Dichtkunde genaderd ben. Dan dieuit- L1 5 flap

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 617