HÊ1LÏGE A A RDR YK SKÜNDËo 545 een Juda over de Jordaan gewaagtvry duidelyk blyke. De Heer bachiene, (b) die dit gevoelen van dezen geleerden Landbejchryveren van meer anderen, over deze moeilyke plaats, heeft ter toetfe gebragt, laat voorafgaan, dat de zaak terltond zoude gevonden zynals men maar, zoo als reland het hebben wilop de plaats uit josephus geruste- lyk konde aangaan. De Joodfche Gefchichtfchry verwiens woorden ik, in 't oorfprongelyke,naauw- keurig onderzocht heb be komt my voor, geheel iets anders te leeren. Hy onderrecht ons, hoe (c) Hyrcanüsin zyne wederkomste uit Egypt en naar Je- rufalemvan zynen Vader en Broederen belaagdwel hunnen verderflyken aanflag ontweeken hebbemaar dat hem nie mand in Jerufalem wilde opnemen en huisvesten het geen hem niet weinig deed vreezenen het befluit nemen om over de Jordaan te trekkenen de Bar baren te dwingen om hem fchatting te betaalen. Dat, na den dood zyns Va ders, het volk in twee hoopen verdeeld v. deel, M m zYn" (b) H. Geogr, I. D. bl. 575, 'te; Au. Jud. Lib. XII4,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 625