54<5 JUSTUS TJEENK OVER DE zynde, de grootfte zich voor zyne ond- fte Broederen verklaard hadde. Weshal- ve hy niet konde befluiten, naar Jeru' Jalem wedertekeerenmaar liever ver koos, zyn verblyf in't Overjordaanfche of JPercpa te nemenalwaar hy geduuri- ge oo logen met de Arabieren voerde, en van hun veelen doodde en gevangen kreeg. Dat hy, aldaar, niet verre van Hescbboneen fraai en fterk (lot,uit wit marmerliete ftichtenaan het welke hy den naam van lyrus gafzynde de plaats, waarop dit flot gevestigd was, gelegen tusfchen Arabïen en tusfchen judeaover de J or daanof in 't Over- jordaanfcbewant, néguv tov Voqiïdv'd is eene bekende fpreekwyzezoo by josephus als by de fchryvers van het Nieuw Verbondom bet Overjor daan- Jcbe, vooral Peraa, aantewyzen. Het zoude ook ftryden tegen den aart eener landbefchryvingede waare ligging van een plek gronds, ftad, of landfchap, aantewyzen door dezelven als een midaentusfchen twee grenspaalen inte- fluitenwanneer dat midden zelf tot één dier twee uiterjie grenzen behoorde, en daarvan niet onderfcheiden was. Zoo lag, by denzelfden fchryver, Samaria tus<

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 626