HEILIGE AARDRYKSKÜNÖE. 563 derlyk, in het tegenwoordige geval, moést betoogd worden. Het is, dunkt my, niet zonder na^ druk, dat in Pf. XLII. 7. de aantoo- nende letter Hedie doorgaands, of dikwyls, voor de naamen van plaatfen en vloeden (o) gevonden wordt, niet daat voor het woord Jordaans maar dat zy in Jof. XIX 34. is gehecht voor dat woord in die fpreekwyzeJuda der JordaaneIn 't eerde gevalmoest zulks niet gefchieden omdat door Er ets Jar deenhet Land der Jordaane t de ganfche vlakte, waarin Hermon en het Kleine Gebergte lag en die zich wyd en zyd uitdrekte, wordt te ver daan gegeeven. Een groot veld, waar- in de Jordaanvan alle kanten, door bronnen en onderaardfche togtenver oorzaakt werd en die eene groote uitgedrektheid haden mede gerekend werd tot het Israel der Jordaane: door het welke ook David in zyne vlugt voor Abfalom heeft omgetrokken, en in de valleijenachter de bergen en in de meenigvuldige holen der deenklippen fchuilplaats heeft gevonden j gelyk Hu fat Nn 2 ook* CLvir. Co) N. G. SCHROEPER In (hint. ad Fund. Live. Hein

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 643