de lucht daardoor met pestige uitwaas-
femingen te befmetten zoo dat het
aangezigt of het gelaat des Landsna
de overftrooming'er zoo walgelyk en
afzigtïg uitzie, als een veracht pcrfoon,
die, zich den haat der gemeente waer-
dig gemaakt hebbende, in eenen oploop
des volks met allen drek en vuiligheid
overladen wordt. Want dit vlakke en
acht er overliggende Land (n) zoo ligt
als Jlof en ascb, j,leekt zyne borst vooruit
met eenen hollen ruggeals de dyken en
dammendie den Nyl buiten de lande-
ryen hielden op eenen gezetten tyd
worden doorgeftokenom daardoor
het ganfche Land onderwater te zetten
en ter voordbrenginge van alles be
kwaam te maaken. Dan vliegt het op
by het inlaaten (o) van dien hoogge-
zwollencn droomhet wordt geheel en
al beroerdhet ryst geheel opals eene
rivierhet Huift door die heftige en
fnel
582 JUSTUS TJEENK OVER DE
(n) HERODOT. Lib. II. 7. EvtotÜTSV (J.SV nul ixé%(t
*HA»8to'Am{ és ryj'j iiscrcyuiuvean eCfiu Afyvxros, èavau
'SCiCTU VXTIV\T6 HUI ÜvvSpOi, HUI ih'Jg' ammiani marcel-
lini Lib. XXII. C. Xr. p. 334. Per fupina camporuvieet.
(o) Hiftoire de nader ch ah Seconde Partiep. 139»
Les ruisjeattXy qui couloient aes ?nontaguesrappelloient
dux fpectaievrs le fouvenir de la vo'ie lactée ei la face de
la terre enfiée tar les eaux alloït toucher les étoiles.
J