fnelloopende ftroomen naar boven(p)
hei wordt bene en weder gedreevenen
verdronken door de Rivieren van Egip-
O o 4 ten
HEILIGE A A RDRYKSKUNDE. 583
(p) ACHILLIS TATII Lib. UI. p. 255. cabéveTui,
eet. Worden de meenigtc, de beweeging, het ru
moer, en de gewelddaadige verrichtingen van een
magcig Krygsheir wel vergelecken met de Zee,
en andere groote en fterke waterenzoo werden
niet onaartig de talryke legerbenden der Egiptenaa-
ren, en hunne fchrikkelyke optogt, by hunne rivier
geleeken; wanneer zy met haare beroerde en be
roerende volheid het Land overdekt, doet opry-
zen(fen wankelen jer. XLVI. 7—9. De voord
gang van het voetvolk in eene groote vlakte
vertoont zich, als de golven, die eikanderen voord-
itooten Ctt Het opfpringen, hetraazen deryze-
ren wagenenen het dol geren der ruiterye, gelyken
naar de go/ven van den Nyl, die Egipten hene en we
der dryven; en naar verbolgene Zeebaarendie de
gronden der aarde doen daveren en fchudden ftf).
Wordt de Nyl van PHILO den Jood een regen van beneken
genaamd; als die Egipten, het welke van boven gce-
ne befproeijing ontvangt, alleen drenkt en bewa
tert. Was Kar.'dan nietals Egiptenmaar een Land
van bergen en dalendat het water by den regen das he
mels drinktDeut. XI. 10. ii. Zoo wordt ook wel
aan een ysfelyk onweder van donder, blikfem, en
geweldige rcgenltraalendezelfde uitwerking toe
gekend, die anders aan des Nyls overftrooming
wordt toegefchreevenPf. XVIII. 8. enz. amos
VIII.
Cf) virgil. Georg. Lib. III. 28.
Atque bic undantem bello magmimqne fluentem
Nilumeet. a. schultens in Prov. p. 506.
Ctt) q. curtii Lib. IK C. XII. 20. Lib. K C. KIL 8.
(ttt) Hifioire de nader chah, Seconde Portiep. 252. Pion Cour-
fier fiula aux pieds Vcnnemi ovec la furie cTim élépbant; et la terre fut
agitee comme les vagues du Plii. Conf. I. Panegyricus Cl. mamertiwi
Sepieris IVlaximiano Herculeo dictusp. 10. 13,