groeijen zienderöogezelfs de menfchen en beesten worden daardoor beter ge voed, en vrugtbaarer, en fterker. In tegendeelde oordendie te hoog voor de overftroominge liggen zyn dorre en heete zanden, affchuwelyk van gelaat en opzigt; de levende fchepfels, die. zich daar noch ophoudengelyken fchimmen en fchaduwen te wezen, over wien zich de natuurals een onredely- ke en harde ftiefmoedergedraagt. Men zoude gaerne zeggen(vervolgt de Lran- Jche Conjüldat het vetteen nitreufe Nyl- ftyk, in dit werelddeel, het algemeene Zaad zywaaraan alles zyne geboorte ver- fchuldigd is; en, door zulks te zeggen, zoude men van de waarheid niet afwy- ken. Is nu de Nyl, gelyk wy zoo even gele^ zen hebbenwater en aardeis Egip- tenvoor een groot gedeelte, zyn werk heeft hy ten minflen zyn recht en eigen dom aan het Jlib, waarmede hy jaarlyks het Land overtrekten in ftaat ftelt om alles voordtebrengenis dat flyk het al gemeene Zaad en Levensbeginfel van allesdraagt het Land en de Stroom, om dat HEILIGE AARDRYKSKUNDE. 587 Tom. I. p. 62. Tom. II. p. 91. Hijloire Naturelle de VAir et des Meteorespar M. l'Abbé RICHARDTom II. p. 400.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 667