HEILIGE AARDRYKSKÜNDE. 591 en zuidwaards uitftrektondraagelyk heeten droogis; en die noch (d) gras noch loover zoude kunnen dragenzoo niet de voedende en vruchtbaarmaaken- de Nyl ten gezetten tyde dit dorjlig land doordronken maakte. Zyne uiterlyke gedaante is een ligte en vliegende (e) ascheen fuivend en los zanddat door de wanden der huizendoor kisten en kas- fen, als de wind daarachter zitmet ge mak hene dringten de binnenfle Jlaap- vertrekken met (lof vervult. Een Zand datmet (f) Salpeterdeelen rykelyk ver zadigd zoo fyn is, dat het (om met de Oosterlingen te fpreken, die altyd be minnen de zaaken by vergrooting voor- tedragen) door de eijerfchaalen hene ftuive. c. niebuhr (g) heeft daarvan in dezer voege gefchreeven: "Het ftof welk door den heeten wind Chamjin de lucht te Kahira vervult, is zoo fyndat het niet alleen meenigvuldig door de wel met tras verzorgde ven- n fters (cl) Defcription de V Egypte par maillet TomI p. 70. 46. eet. della valle's Reizen, bi. 102. (e) R. POCOCKE, a Defcription of the EastVol, I f. 195- (g) Reize naar Arabiën, I. Deel bl. 477. (f) A Defcription of the Eastby R. POCOCKE, Voi. I. p. 24. 197.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 671