zydfche gebergte raakten over het vlakke Egipten, als een magtige en ge weldige zee, bruischt; die van de Egip- tenaarenals hebbende hierin al vroeg hunne kunde in den akkerbouw laten zien (x)wyd en zyd ten meesten voor- deele geleid werd om daarmedezoo lang zulks gefchieden kondehunne dorstige aarde te drenkenen ter voord- brengïnge van alles bekwaam te maken. Zoo verbaazend is de Nyl, dat mani- Lius(y) zich deswegens dievryheid aan- maatigedat hy 't eiland Cypruster zyde van Egiptenenop eenen grooten af- ftandnoordwaards in de Middelland- Jche Zee gelegenechter aan het geklots dezer rivierzee durve blootflellen. Ee- ne uitdrukking, die, fchoon hout en ongemeennochtans (myns oordeels) door verfcheidene lezingen, welken der- zelver kracht zouden ontzenuwenniet behoorde verontrust te worden. Want STRABO (z) erkent zelf, dat de zuidelyke P P 4 dee- (y) Lib. IV. Ó3Ó. Aegypti Cypros pulfatur fiuctibus amnis. (zj Geogr. Lib, XlV. p. 681. selandi Fat. 111. p. HEILIGE AARDRYKSKUNDE. 599 (x) PHILONIS JUDAEI Lib. I. de Vita Mots, p. 6lO. HELIODORI Aethiopic. Lib. II. p. no. A Defcription of the East, by R. POCOCKE Vol. II. p. 199.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 679