614 j. w. te water over een by fl josephus (f) UtoX^xlov rov Msv- vuloj Xsyovysvov doch yt is onbegaan baar, wanneer men deze woorden ver talen wil: Ptolemaeusgezegd Mennae' in en daar uit befluitendat deze on- derfcheiden zy van Ptolemaeus den zoon van Mennaeus. Indien josephus dit hadt willen te kennen geven, zou hy gelchreven hebben, UroXsyaiov tov Af- yovysvov Msvmiov of Hr Mewotiov. Dus fpreken doorgaans de Griekenen ook josephus. Elkdie iet van 't Grieksch weet, zal dit toeftemmen. Het woord Asyetfoti duidt, hier, alleen aan, dat van dezen Ptolemaeus kort te voren ge- fproken was (g). Daarenbovendat men UroXsyoctov rov Mewotiovin deze plaats en elders (gg), moete overzetten, van Ptolemaeuszoon van Mennaeusen geenzins van Ptolemaeus Mennaeus blykt ontegenzeggelyk uit zulke plaat- fen van josephus daar hy genoemd wordt Cf) Ant. lad. Lib. XIII. cap. 16 3. (gg Ant. Iud. Lib. XIV. cat, 3 2, fchoon HA- vekkamp lÏToAffia/ou tov Mewaicv wil vertaald heb ben Ttolemaei qui Mennaeus dicebatur. (g3 Antlud. Lib. XIli. 1 ap. 15 2.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 696