wordt (b) UTo/.suaicg c Mswaiovdat is> Ptoiemaeus zoon van Mennaeus gelyk eerstbeginner.den weten. Men zal zich, met reden, mogen verwonderen, dat de Hoogleeraar haverkamp, op de on gegronde onderltellinge, dat Ptolemae- us Mennaeus en Ptoiemaeus zoon van M ennaeus wel te onderfcheiden zynin de meeste plaatfen van fl. josephus ee- ne veranderinge in den Griekfchen text wil gemaakt hebben (i), tegen het ge zag van alle de handfchriften. Dit voor beeld ftrekt mede tot een bewyshoe veel eenmaal opgevatte vooroordeelen zells by de geleerdfte mannenvermogen. Het gevoelen van noris haver kamp en belley behaagt tny te minder, om dat 'er geene noodzaaklykheid is om hier twee Ptolemaeusfen te verzinnen; want alles, wat van Ptoiemaeus, gebie- Q.q 4 der penning van ptolemaeus. 6l$ ol) Ant. Tud. xiv. 7. 4, xiv. 12. i. Heil. hid. i. 4. 8, i. 9. 2, i. 13. i. stb.abo Lib. xvi. pag. 753 ÉITüKey.aiii rq Msviiv.iov (i) Voor nroAf(xa«)c Mevvaiov zou naar zyne gedachten, moeten gelezen worden Hr. Mevvatos, ,ofMivvcuos, gelyk; die naam in fommige MSS. ook wel gelchreven wordt. 'T fchynt echter, dat de Heer haverkamp, in zyne Algemeene Hiftorie ui deel, bl. 152, van gevoelen veranderd zybelan gende de twee Chalcideenfche Ptolemaeuslen: ge lyk de Hoogleeraar saxe my bericht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 697