ters van deze en gene byzondere gedeel ten van Syrië, vormden een foorc van vorftendommenwelken zy beheersch- ten onder der> tytel van koning, vier vorst, overflen, of eenigen anderen eer naam. En onder dezen was geen van de minfte Ptolemaeus zoon van Mennae- usvan wiens lotgevallen ik nu nader verflag zal doen. Na dat hy zich hadt opgeworpen tot vorst of koning van Chalcis, viel hy zeer lastig aan die van Damascus (q)by welken hy zich zoo gehaat en gevreesd maakte, dat zy den Arabifchen konbg Aretas tot nunne hulpe inriepen, en zich aan zyne heer- fchappye onderwierpen (r). Doch Pto- le- met Öl8 W. TE WATER OVER EEN (q) J. ECKHEL Num't vet. anecdot'tP. I. pag. 279 fchry ftBajnasci item atiquamdiu fuisfe tyrannum ex F/. Jofepho colligo. Of hymet deze woorden't zelf de te vcrftaan geve, 't gene door my gemeld is; dan wel. dat Ptolemaeus binnen Damascus zich de regeringe aangematigd hebbe, is onzeker. (r) JOSEPHUS Ara. lud. XIII. 15. 2 de Bello Jud. I. 4. 8.Dit gebeurde omtrent 85 jaaren voor Chris tus geboorte. De tydrekening duldt, derhalven, niet, dat wy ook op dezen Aretas zouden denken 2 Korinth. XI. 32, daar Paulus fpreekt van den Stad houder des Konings Aretas te Damascus. Hadden fommigen, hier, geraadpleegd met de Chronologie ée'n der oogen van de Hiftorie, zy zouden twee menfehen, zoo veel in leeftyd verfchillendeniet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 700