PENNING VAN PTOLEMAEÜ& 623 koningen, dat is Tetrarchen, der Gala» teren raeldinge makenvan welken Or- tiagon een' toeleg hadtom alle de Ga- laters aan zich te onderwerpen, naar de getuigenis van polybius <d) en suidas (e). Met welken uitflagis onzeker. Pompeius, na dat hy Mithridates over wonnen en op de vlucht gedreven hadt, ftelde in Galatie, op nieuw, Tetrarchen aan (f)zynde de vorigenop eene trouwlooze wyze, door Mithridates ver moord (g). Onder de nieuw aangeftel- den was ookDeiotarus, die, ten laatften, alieen over Galatie regeerde (h), behou dende evenwel den tytel van Tetrarcha (i). Van daar, of, gelyk anderen wil len, van Thesfalie, is die naam over gegaan tot Lycaonie en Syrië, om in 't gemeen een koning, vorst, overften en bevelhebber uittedrukken, Veele voor- naame mannen hebben den eernaam TêTpapxyg door een groot aantal van ge- leer- (i) Ik erkenne, met dankbaarheid, dat ik deze, aanmerkingen ontleend heb uit een' ongedrukten brief van den beroemden wesseung, onder my berustende» Cd) In excerpt is VALESII pag. 115, (c) V' 'Opr/aywv. (f) APPIANUS in Mithridaticis pag. 415. (g) APPIANUS l. c. pag. 352. (tl) STRABO lib. XII. pag. SÓ7.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 705