af die erjlickheyt is drie pont, fesfe fcbel- lingen acht deniers groot (u). In 't jaar 1420 heeft Jan van Beyeren Ruwaart van Holland en Zeeland, in oorlog met zyne Nigte Vrouv/e Jacob a door de Zeeuwen Lillo en Zantvliet doen overvallen en pionderen (v). De zeevloeden van de jaaren 1421 en 1485, die zoo veel verwoestingen in Holland en Zeeland aanbragten, hebben onge- twyffeld aan dezen oord ook rampen veroorzaakt; offchoon daar van geen aanteekeningen gevonden worden; ge- lykmede die van 'tjaar 1530, daar alleen van gewaagd wordt, dat die van Ant werpen tot Bergen op Zoom toe alle de Dorpen hebbe doen verdrinken, ver woest en geheel bedorven (w). De vloed, die den 15 Febr. 1551 woedde, heeft Zantvliet en Osfendrecht doen on- derloopen (x). Wat onheil de Allerheili gen vloed van 't jaar 1570 ten oosten der Schelde door de overftroomingen hebbe veroorzaakt, is nergens, myn's weten, aangeteekendmaar daar en tegen vindt A 5 men PLAATSEN AAN DE SCHELDE. p (u) ÜUTKENS T. I. 476. (v) Vaderl. Hi ft. 111. D. bl. 447. (w) hünniüs Zeeuw. Buyl'e bl, 149, (x) Chron, van Antw. bl, 49,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 83