op de 'o. i. schepen» 49 de Middelen, die het onderwerp van dit gedeelte myner Verhandeling uitmaa- ken, koome, met een woord aan te merken, dat het getal der geneesmid delen, die op den lyst der jdntifeptica gefield worden, byna ontelbaar is. Men is, zedert de proeven van den grooten pringle, in de keuze en in het getal derzelven tot walgens toe mildaa- dig geworden. Hebben wy onctertusfchen (de vermoo- gens dier Middelen daar gelaaten zynde) geene billyke rede van verwondering, wanneer wy in aanmerking neemendat daar men zich aan den eenen kant be- vlytigd, om denfcheeps-Apotheek, tot die Middelen, te bepaalen, en in te krimpen, welken volllrekt noodzaake- lyk zyn, men zich aan den anderen kant, dikwerf toegeeft in eene optelling en aanpryzing van grooter getal, dan men te vooren had in eene opflapeling van zodaanigendie of allen even vermoo- gend zynof waar van fommige ten on- regten met anderen gelyk gefield wor den Loopt men daar door geen ge vaar, om den fcheeps Chirurgyn in ver warring te brengen om hem te verbys- teren n deel D Ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 117