54 J' VEIRAC OVER DE ROTKOORTS
ner tegenrottige eigenfchapbuiten het
menschlyk lichaamzyn in 't werk ge
field. Doch anderen begrypen in te
gendeel, dat, zo lang wy geene meer
overtuigende proefondervindelyke waar
neemingen hebben, welken het vermoo-
gen der loogzouten in de gemelde ziek
te onwederfprekelyk flaavcn, wy op
geene genoegzaame gronden, dezen bo
ven de zuuren 18. n. 2.) mogen verkie
zen. Schoon ik geen oogenblik twyffel
aan de echtheid der Proeven en de ge
trouwheid der Waarneemeren, ontken
ik echter dat wyalleen op grond der
eerl'tenhet bederf weerenet vermoogen
der loogzouten in onze ziekte kunnen
verdedigen, zo lang wy, uit het geen
buiten ons lichaam gefchied, geen ze
ker en onwankelbaar belluit, tot het
geen in het zelve plaats heeft, kunnen
trekken.
ik wil geenzints loochenen, dat de
vaste loogzoutenom dat zy het bloed
te veel ontbinden, en deszelis Ammonia"
kaal zout cvernietigen nadeeliger
zyn, dan de vlugge. Doch der laatlten
te-
(c) Men kan hier over de proeven van matuc-
GRAAf en anderen, die dc pis fcheikundig ouder
zege hebbennaü-aa».