tegenrottige kragt, is meer het gevolg van hunne -ontbindende en uitdryvende eigenfchap in een leevend lichaam, dan van derzelvereigentlykgezegde, tegen rottige hoedanigheid. Hoe het zy, ik ben ten vollen, op grond eener lang- duurige en herhaalde bevindingverze kerd, dat, offchoon de zuuren in dit opzicht, buiten het lichaam fomtyds voor de loogzouten moeten wykenzy echter in hetzelve zekerer en veiliger werken. En dit is de rede, dat ik in de behandeling der fcheeps-rotkoortlen ter voldoeninge van de tweede aanwy- zing, de zuuren boven de loogzouten verkieze. Om dit gewigtig ftuk niet zonder al len bcwys neder te leggen, zal ik het geen de beroemde tissot uit de proe ven, welken hy met verfchillende zou ten op het afgetapte water eener water- zugtige heeft gedaan, befluit, hoofd» .zaaklyk opgeeven. Uit dezelven bleek, wel is waar, dat het gedeelte van dit vogt, by het welk zuuren gevoegd waaren fchielyker Honk, dan dat, met het welk een loog zout was vermengd. Doch (dus vraagt onze groote waameemer aan den D 4 ver- OP DE O. I. SCHEPEN. 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 123